Iramirch De heks aan de bosrand (4 laatste deel)

 Voordat iemand er naar gaat vragen, komt hier het slot van het grote verhaal ui het Koninkrijk Iramirch.

In de nacht van donderdag naar vrijdag verhuisde de draak uit de slotgracht, naar de hofvijver. Vlug, maar geruisloos kwam hij uit de slotgracht. Spreidde zijn vleugels en vloog in de richting van de hofvijver. Niemand die hem hoorde of zag, of toch, de Vrouwe in de kerker zag hem, door het getraliede venster. Ze glimlachte en prevelde hem warme woorden toe. Vrijdagmorgen was het een drukte van belang bij de hofvijver. Pages en bedienden zette samen met timmerlieden, houten tribunes neer. De koninklijke troon werd op het veld geplaatst, samen met andere mooie stoelen, voor de dochters van de koning, voor de prins en de raadsheren van de koning. Er werd een stoel met tafel geplaatst voor de opperrechter. Er werden linten gespannen, waar achter het volk mocht staan. Wachters namen plaats om ongeregeldheden te voorkomen. Aline was druk in de weer met sommeliers om wijnen uit te zoeken, die de raadsheren konden drinken. Verder moest Aline ook de koks en keukenhulpjes in de gaten houden voor het banket wat die avond gegeven zou worden. De beul maakte zich gereed voor het geval er een oordeel zou worden gegeven. Soldaten met trommels namen hun plaatsen in. Binnen in het kasteel liep prinses Ingilla onrustig heen en weer. Zou het gaan lukken vandaag? Hoe zou de prins reageren? Soms stond ze even stil, maar de gedachten maalden door haar hoofd. Dan beet ze op haar nagels en begon weer vol onrust heen en weer te lopen. Ook de koning was onrustig. Straks, over een uur zou hij de Vrouwe gaan halen, haar op het veld de schoenen door Duncijan aan laten doen en dan zou hij de Vrouwe vragen om over het water te lopen. Hij schudde zijn hoofd en keek, ietwat geïrriteerd, naar de zandloper op tafel. "Was vandaag maar voorbij." mompelde hij. 

Het veld zat en stond vol met mensen. Mensen op de tribunes, mensen achter de linten, de raadslieden en opperrechter op hun stoelen. De prins op een kleine troon, prinses Femelina en prinses Ingilla op een wat grotere troon. Alleen de troon van koning Christiana was leeg. Plots hieven twee soldaten hun trompet en bliezen de Koninklijke Ere Mars. Daar verscheen de koning, met aan zijn zijde de Vrouwe. Schout Duncijan liep hen tegemoet en begeleidde de Vrouwe, op een teken van de koning, naar het midden van het veld. De koning nam plaats op zijn kroon en wachtte tot de laatste tonen van de Koninklijke Ere Mars wegstierven. Toen ging hij staan en begroette alle aanwezigen, de raadsheren en de opperrechter. Hij zuchtte even en zei, "Wij zijn hier vandaag bij een om te zien of Vrouwe Nietschrie, zoals de prins, uit het buurland Engelenland, een heks is of niet. Zij moet daarvoor een beproeving doen die in het land van de prins wordt gedaan, om heksen te ontmaskeren. Zij krijgt loden schoenen aan en moet over de vijver wandelen. Zinkt zij, dan is zij onschuldig, loopt zij daadwerkelijk over het water, dan is bewezen dat zij daadwerkelijk een heks is." Er gingen geschrokken o's en a's door het publiek. De koning hief zijn hand op en vervolgde, "Beste Schout Duncijan, zou u de Vrouwe haar loden schoenen willen helpen aan doen." Duncijan boog voor de koning en hielp de Vrouwe de loden schoenen aan te doen. Daarna draaide hij zich weer tot de koning en boog nog een keer. "Vrouwe Nietschrie, dan mag u nu de vijver op open." zei de koning en ging moeizaam zitten. De soldaten begonnen met een tromgeroffel. De prins lachte vals en gaf een handkus richting de Vrouwe. "Ze zal zinken en verdrinken." zei hij zacht tegen de koning. Die keek hem even boos aan en keek toen naar de Vrouwe die voorzichtig haar eerste stap op de vijver zette. Vrouwe Nietschrie zag net onder het wateroppervlak, het slanke lichaam van de draak. Voorzichtig zette zij een voet op een van de billen van de draak. Toen haar andere voet op de andere bil. Ze glimlachte en deed twee stappen naar voren over de rug van de draak. "Is het daar diep?" vroeg de prins aan de koning. "Dat valt wel mee, zo vlak bij de kant." antwoordde de koning. De Vrouwe deed nog twee stappen naar voren en begon er plezier in te krijgen. Er was een volledig samenspel tussen haar en de draak en hardop lachend deed de Vrouwe nog zes stappen. De mond van de prins, maar ook die van vele andere toeschouwers, waaronder ook de raadsheren en opperrechter, viel open van verbazing. Daar liep de Vrouwe zomaar, bijna huppelend over het water. Ze zonk niet, ze verdronk niet, maar liep tot het midden van de vijver, waar ze stil hield en een dansje begon te maken. Prinses Ingilla zat met een brede glimlach op haar gezicht te kijken. Plots kreeg de Vrouwe haar in het oog en begon uitbundig te zwaaien naar haar. Ingilla zwaaide terug. "Dit,. .dit,... dit," zei de prins. Van verbazing kon hij niet uit zijn woorden komen. 

Vrolijk huppelde de Vrouwe weer terug naar de oever van de hofvijver. Toen ze daar aankwam begonnen sommige mensen te klappen, terwijl anderen zich afvroegen of de Vrouwe nu een heks was of niet. De koning stond op en liep naar de Vrouwe. Daar gebood hij Duncijan om haar te helpen de loden schoenen uit te doen. De prins, nog steeds vol verbazing, was ook opgestaan. Nadat de loden schoenen uit waren, begeleidde de koning de Vrouwe weer naar het midden van het veld. De koning richtte zich tot de opperrechter en vroeg, "Vrouwe Nietschrie heeft de test gedaan, aan u de taak om te oordelen of zij een heks is of niet." De opperrechter stond op en zei luid en duidelijk, "Vrouwe Nietschrie liep over de hofvijver. Zij zonk niet en zij verdronk niet. Hierdoor kunnen wij vaststellen dat Vrouwe Nietschrie daadwerkelijk een heks is. Het is nu aan de koning of hier een straf op moet volgen of dat de constatering voldoende is." De opperrechter ging weer zitten. Iedereen keek gespannen naar de koning, wat zou zijn oordeel zijn?  De koning draaide zich naar de prins en vroeg of deze nog iets wilde zeggen. Maar de prins, die nog nooit iemand niet had zien zinken en verdrinken, kon van verbazing nog steeds geen woord uitbrengen. De koning glimlachte en keek vluchtig naar prinses Ingilla. Ze knipoogde naar hem. Toen wendde hij zich tot de aanwezigen en sprak, "Lieve Vrouwe Nietschrie, u bent vanaf vandaag een heks, de heks aan de bosrand. Heks klinkt misschien eng of vreemd, maar schuilt er niet in ieder mens een heks of een tovenaar? Iedereen heeft een of meerdere gaven, die voor anderen vreemd of eng zijn. In ons koninkrijk zal vanaf vandaag en alle dagen ervoor, geen jacht gemaakt worden op mensen die anders zijn. Ieder mens is uniek!! Dus lieve mensen, voel je je heks of wil je anders zijn, dan is dat gewoon heel gewoon." Het bleef even stil, maar algauw begonnen de mensen te applaudisseerden en te juichen. Wat een wijs oordeel weer van hun koning! De koning gebaarde om stilte en men werd stil. "Als we net als andere koninkrijken en landen wel jacht op heksen zouden maken, zou dat betekenen dat niemand meer iets geks of kunstigs zou mogen doen. Anderen kunnen dat immers als hekserij beschouwen. Nee, wij vinden dat heel normaal. Dus als mijn dochter, prinses Ingilla het op haar heupen zou krijgen en ook eens over de hofvijver wil lopen, moet dat kunnen toch?" De mensen riepen en knikte van ja. Ingilla sprong luid juichend op, rende naar de hofvijver, stapte op de draak en iedereen zag haar blij over het water dansen. De mensen juichten, klapten en moedigde haar aan. Met een brede glimlach keek de koning naar zijn dochter en toen naar de Vrouwe naast hem. Die maakte zich los uit zijn arm en holde naar Ingilla op het midden van de hofvijver, waar ze samen een walsje dansten. 

En de prins, die stond maar te staan en wist nog altijd niet wat hij van verbazing moest zeggen. En als zijn gezelschap hem niet hadden meegenomen naar zijn eigen land, dan had hij er nu nog gestaan. Maar een ding had hij wel geleerd, hij beschuldigde niemand meer van hekserij, uit angst dat er weer eens iemand echt over een vijver zou lopen. En door deze angst, zat hij steeds minder achter de vrouwen aan, want stel dat zijn toekomstige vrouw een heks zou zijn. Bij het idee liepen de rillingen hem over de rug. Had hij maar nooit die ene vrouw ontmoet, die vrouw aan de bosrand in het Koninkrijk Iramirch. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschuwing geen blog voor kinderen !!!

Even

Het Haga ziekenhuis