Posts

Posts uit maart, 2014 tonen

Allochtoon

Dat hele gedoe met die meneer Wilders vind ik maar knap ouderwets. In 1996 heb ik al eens een gedicht geschreven over allochtonen en eigenlijk voorspelde die al wat er nu dus aan het gebeuren is. Kijk zelf maar: 22-01-1996 Allochtoon. In de straat waar ik woon, woont ook een Bosjesneger, Alloch-Toon. Samen met zijn vrouw, zo'n dikke bolleboos, zij heet Alloch-Toos. Beiden lopen in de steun en voeden hun zoontje op, Alloch-Teun. Ze zijn alle drie hartstikke bruin en telen plantjes in hun tuin. Maar Afrikaantjes vind je in hun tuintje niet. Nee, ze planten hoofdzakelijk, mariuhana  en wiet. In AllochtonenLand hadden ze het erg slecht. Daar waren verschillende stammen Bosjesnegers met elkaar in gevecht. Hun Allochtonenleven was er verschrikkelijk zwaar, men gooide kokosnoten naar elkaar. Nee, in AllochtonenLand was het beslist niet pluis !! Dus vluchtte zij naar Nederland, hun nieuwe AllochtonenThuis. Op Schiphol werden zij ontvangen door de koningin, die riep

Waarom God de Hel geschapen heeft.

Dit gedicht vertelt waarom God de Hel geschapen heeft. Hij moest eerst zelf een les leren en heeft de Hel als oplossing bedacht. De eerste twee coupletjes komen uit een (christelijk) lied, dat gebruikt werd in een toneelstuk over Frankenstein. Dat werd gespeeld door mijn eerste vriend en de toneelgroep waar hij speelde werd begeleid door Paul van Gorcum. De Hel. De Heer is uit Zijn slaap ontwaakt, Hij heeft heel goed geslapen. Hij heeft de Wereld nieuw gemaakt een nieuwe lucht geschapen. De Heer is toen, voldaan, maar moe terug in bed gekropen. Hij deed terstond Zijn ogen toe, maar liet de ramen open. Ooh Heer !!, Ooh Heer !! Begrijp mij niet verkeerd. Ik wil U beschermen tegen verdriet en pijn. Maar heeft Uw Moeder U nooit geleerd dat er buiten dieven zijn ? En zo werd onze lieve God, die heerlijk lag te dromen, slachtoffer van een vreselijk lot, zijn stereotoren en cassettebanden werden meegenomen. Des morgens ontdekte God de enorme bende, wat een hevige schr

Mijn gedichtenboek

Ik was een week bij mijn moeder en toen kwam tijdens dingetjes opzoeken en opruimen mijn gedichtenboek tevoorschijn. Ik heb ergens tussen mijn zestiende en drieëntwintigste zoveel gedichten geschreven, dat we (moeders en ik) het idee kregen om die eens te bundelen en in een eigen boek zouden laten plaatsen. We hadden iemand gevonden die het tegen een mooie prijs wilde doen en zo zijn er vijf exemplaren, ingebonden en met verharde kaft, gemaakt. Drie zijn bij tantes van me en die van mijn moeder en mij heb ik nu hier bij me thuis. De boeken zijn dus iets meer dan twintig jaar oud en die van mijn moeder, daar laten bladzijden los. Best jammer eigenlijk, want het zijn mooie boeken. Nu heb ik bedacht dat ik best, bij gebrek aan inspiratie om te bloggen, of gewoonweg omdat ik geen zin heb om weer over het Zeehos en/of de Rozer te zemelen, eens wat gedichten uit dat boek kan plaatsen. Ik heb de gedichten eens doorgelezen en sommigen passen zelfs nu nog bij me, alsof ik ze gisteren geschrev