Joy.

Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw en vandaag, een hele tijd geleden, had ik vast al in mijn blote kont, in het park gelegen.Gezellig kletsend met vrienden en avontuurtjes beleefd in de bosjes en zwemmen in de vijver. 
Maar nu vandaag, zit ik achter mijn computer en kijk ik terug naar die tijd van toen. Ik vond het heerlijk om buiten te zijn, vaak nam ik zo'n dag in het park, de hond mee. Onze Joy, die zich ook best vermaakte in het park. Spelend met takken, zwemmend in de vijver en uit hijgend van het ravotten, naast me liggend te rusten. Ik kan me nog zo'n dag herinneren dat het echt snikheet was. De lucht was strak blauw en elke zonnestraal was warm. Afkoelen in de vijver ging niet, want er zat blauwalg in, dat ontstaat door de warmte. Dus Joy lag aan een lange riem aan een paaltje, zodat zij ook niet het water in zou gaan. Ik zat te praten met wat vrienden en toen hoorden we een klap. Onweer!! De strak blauwe lucht werd ontzettend snel grijs en toen zwart. Snel kleedde we ons aan. De vrienden renden naar hun auto's en daar stond ik dan, alleen met Joy. We moesten samen nog een heel eind lopen naar de bus en het was ondertussen gaan stortregenen. Alsof het water met emmers tegelijkertijd naar beneden werd gegooid. En de bliksem flitste tussen de bomen, de ene donder na de ander. Toen we bij het bushokje aankwamen waren we allebei doorweekt. Het water stond in mijn gympen. De buschauffeur mopperde dat ook die kletsnatte hond mee moest. Alsof het haar schuld was dat het zo hard tekeer ging. Tot overmaat van ramp wilde ze natuurlijk niet naast me blijven zitten. Joy keek graag naar buiten in een bus, dus ze moest perse op schoot, iets wat de chauffeur helemaal niet kon waarderen. Daar kan ik me wat bij voorstellen. Joy was ook geen klein hondje, ze was een kruising tussen een herder en een labrador. Dus echt handig zit dat ook niet op je schoot. Toen we bij de halte kwamen om over te stappen op de tram, stortregende het nog steeds. Het regende zelfs harder, alsof ze boven ook wastobbes hadden gevonden en die aan het leeggooien waren. Bij de tramhalte was geen huisje en we hadden geluk, toen we uit de bus stapten was de tram net weg, dus mochten we een kwartiertje wachten. Ik had net zo goed in mijn blote kont naar huis kunnen gaan, want mijn kleren plakten van het vocht aan mijn lichaam. Alsof het mijn tweede huid was. Joy zag er ook niet uit, d'r haren plakten aan haar lichaam. Haar, bijna altijd. opstaande oren, hingen treurig langs haar kop. Gelukkig kon ik op het achterbankje van de tram zitten. Nu hoefde Joy niet op schoot, zij kon languit voor de achterdeur gaan liggen en zo naar buiten kijken. Alleen voor de passagiers die achter uit wilden stappen was het onhandig, omdat zij dan over de hond heen moesten stappen. Ze had door het noodweer zeker zo de pest in, dat ze echt voor niemand opzij ging. Het was echt een hond met een eigen wil. 
Thuis heb ik haar lekker afgedroogd en mezelf verzorgd. Mijn vader vertelde dat het noodweer flink huisgehouden had in Rotterdam en het Westland. Heel veel kassen waren er beschadigd. 's Avonds zagen we het op het Journaal. Ik zat bij pa en ma in de kamer, Joy lag heerlijk te ronken op haar kussen. 

Soms zou ik het best nog wel weer eens willen beleven. Samen met de hond het park in. Het was een lieverd, stronteigenwijs en daarom pasten we zo goed bij elkaar. 

Volgende keer weer meer...... Laterssss!! 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschuwing geen blog voor kinderen !!!

Even

Het Haga ziekenhuis