Het koninkrijk Iramirch (2)

Elke woensdag was het marktdag op het dorpsplein. Het dorp was gelegen binnen de enorme stadsmuren van het koninkrijk Iramirch. Achter de binnenmuren lag de stad en daar achter de slotgracht, met daarin, als op een berg gebouwd, het kasteel van koning Christiana De boeren van de landerijen, buiten de stadsmuren, kwamen met hun vee, groente en fruit naar het marktplein. Ook de pottenbaksters, kleermakers en timmerlieden van Het Gilde kwamen met hun koopwaar naar de markt. De markt begon 's morgens om tien uur al, dus voor dag en dauw was het al een drukte op het plein. Er werden dan kramen neergezet, handelaren begonnen al hun koopwaar uit te stallen en de boeren leidde hun vee naar de aangewezen hokken. Ook reden er grote wagens met hooi af en aan, om de dieren van voedsel en conform te voorzien. En tussen al die wirwar van mensen en dieren liep schout Dunkijan heen en weer, om toe te zien of alles goed verliep. 

Daar kwam een bont gekleurde wagen de stadspoort binnenrijden. Twee ezels met gekke hoeden op trokken de wagen. De zigeunerwagen van Vrouwe Kathienka. Zij kon kaartlezen en handlezen en in haar glazenbol zag ze de wonderlijkste toekomst, voor een ieder die het maar horen wilde. Achterop de wagen zat Ronardo, hij kon poppen laten dansen en toverde vogels uit de mensen hun oren. Maar hij was ook ontzettend sterk, dat hij een enorm blok van duizend kilo kon optillen. Schout Dunkijan begroette Vrouwe Kathienka en wees een plek aan, waar zij haar wagen neer kon zetten en waar Ronardo zijn poppenkast kon plaatsen. Uit de wagen kwamen ook de twee zigeunermeisjes Brittanne en Brannett. Zij waren ontzettend lenig en deden ontzettend gevaarlijke kunstjes. Ook konden zij vuurspuwen. Brannett kon ook in de toekomst kijken, zij werkte vooral met gidsen, die de mensen konden begeleiden op hun levensweg. 

De wijnboer was ook druk bezig om zijn koopwaar op de kraam te plaatsen. Zijn dochter Ginger-Jill hielp hem daarbij. Ginger-Jill hield van feesten en drinken, ze was dan ook heel vaak na de markt in de herberg te vinden. De herbergier was een groot afnemer van de wijnen en andere sterke dranken, die haar vader verkocht op de markt. Hij was, evenals haar vader, erg gesteld op Ginger-Jill. Zij bracht altijd vrolijkheid in zijn herberg. 

Een nieuwe wagen meldde zich aan bij de stadspoort. Twee prachtig, zwarte paarden trokken de kar, die vol hing met flesjes met daarin wonderlijke brouwsels. De wagen van de Kwakzalvers, Chirurgijn en Barbiers. De gezusters Art-Son. Marloeloe was de jongste van het stel. Zij was barbier en tandheelkundige. Nou was tandheelkunde erg makkelijk in die tijd, zere, rotte tanden en kiezen werden over het algemeen altijd meteen getrokken. Agneehé, was de middelste zuster. Zij was een echte kwakzalver. Met een enorme overredingskracht wist zij, slootwater in flesjes, als het beste van het beste medicijn, aan de mensen te verkopen. En dan was er Mignolo, de oudste zuster. Zij was behalve kwakzalver ook chirurgijn. Zij opereerde mensen, althans dat dachten ze. In werkelijkheid sneed ze een zakje varkensbloed, die ze in haar hand had, stuk. Rommelde wat met de, door de patiënt, bloot gemaakte lichaamsdeel en naaide zogenaamd daarna de wond weer dicht. Zieke mensen keken altijd uit naar hun komst. 

Gerlienda, een zeer leergierig meisje, dochter van de smid, had de wagen zien aankomen van de gezusters Art-Son. Ze was een keer gaan vragen bij Mignolo hoe zij ook chirurgijn kon worden. Mignolo had haar gezegd dat ze eerst moest leren lezen en schrijven. Daarna zou ze een vreemde taal moeten leren, Latijn of iets dergelijks. Helaas verdiende haar vader niet genoeg om haar naar school te laten gaan. Gerlienda werkte in het weeshuis en met een deel gespaard geld van haar loontje kocht ze elke week een flesje wonder medicijn van Agneehé. Soms probeerde ze met proefjes of ze kon bekijken waaruit dat wonder medicijn bestond. Maar dat wilde niet altijd lukken, omdat ze haar vader moest helpen of zelf weer werken moest. 

De naaisters van Het Gilde hadden hun jurken en jasjes opgehangen bij hun kraam. Vickandra, modepopje van Het Gilde, stond al allerlei jurken aan klanten te showen. De mooiste had zij apart gehouden, omdat ze wist dat rond de klok van vier, prinses Femelina altijd een kijkje kwam nemen. Ze had de prinses eens gevraagd of die niet vroeger kon komen. Femelina had haar toen hooghartig aangekeken en gezegd dat een prinses wel het recht heeft om uit te slapen. Dit keer had Vickandra ook enkele kettinkjes apart gehouden. Enkele met diamantjes en goud beslagen slotjes. Ze popelde van opwinding om ze straks aan de prinses te showen. Helaas was Femelina dit keer in een slechte bui. Omdat volgens haar Aline er niet op toe gezien had dat er te weinig suiker in de pannenkoeken zat. En de stroop was ook al op. Dus keek ze verveeld toe hoe Vickandra met veel plezier de jurkjes en kettingen aan haar showde. Femelina trok overal haar neus voor op en vond dat Vickandra maar armoedig spul had achtergehouden. Als ze dat nog eens zou doen, dan zou Femelina haar vader de opdracht geven dat Vickandra nooit iets meer zou mogen verkopen op de markt. Met opgeheven hoofd vertrok Femelina, Vickandra droevig achterlatend. 

Gelukkig bleef men nooit lang droevig op de markt. Ronardo vertoonde zijn kunsten, evenals Brittanne en Brannett. Soms kwam zelfs hofnar Adrealine naar de markt en vermaakte zij de mensen met haar gemopper over wat er zoal in het kasteel gebeurde. En Sijmpfonie speelde voor de jeugd zijn nieuwe composities. Heel af en toe vereerde de koning en koningin de mensen ook met een bezoek aan de markt. Lang geleden moest koningin Mariello bij chirurgijn Mignolo zijn. De koningin had enorm veel last van haar been. Mignolo had haar been eens goed nagekeken en vond dat er een ingreep nodig was. In plaats van een zakje varkensbloed, nam zij een zakje met blauwe vloeistof in haar hand. Toen zij het been van de koningin ging opereren sneed ze het zakje open. Verbaasd hadden de mensen "oh" en "oeh" geroepen bij het zien van het blauwe bloed, maar Mignolo verklaarde het verschijnsel met de woorden dat mensen van koninklijke bloede, altijd blauw bloed door de aderen hadden stromen. En eens in de maand liet koning Christiana zijn haar en baard knippen bij Marloeloe. Na afloop kregen de koning en koningin nog een flesje wonder medicijn van Agneehé meer naar huis. 

Volgende keer weer meer...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschuwing geen blog voor kinderen !!!

Even

Het Haga ziekenhuis