Superhelden.

We kennen ze allemaal wel, de superhelden uit de stripverhalen en films op televisie. Veelal mannen, maar ook enkele dames, in strakke, beestachtige kostuums. De mannen hebben vaak hun onderbroek boven hun legging, uit angst dat we zien hoe groot of klein ze geschapen zijn. In het dagelijkse leven zijn het vaak onopvallende mensen, maar zodra de nood aan de man is, staat er wel ergens een telefooncel waarin zij zich razendsnel kunnen verkleden om weer stoer en dapper de held uit te hangen. Meestal hebben ze hun bijzondere krachten gekregen door een ongeluk met proefdieren of ze komen van een andere planeet. Ieder kind heeft er wel van gedroomd om een superheld te zijn.

Tegenwoordig hebben we heel veel superhelden. Al dragen ze geen strakke, beestachtige pakken, zit hun onderbroek gewoon op de plek waar hij voor bedoeld is en hebben ze geen bijzondere krachten. Allemaal dames en heren die in deze tijd toch hele goede dingen doen voor de mensheid. Mensen die veelal onderwaardeert worden, mensen waar in het verleden makkelijk op bezuinigd werd of als een noodzakelijk kwaad werden aangezien. En al die mensen proberen in deze tijd de wereld draaiende te houden, zieken beter te maken, zorgen voor ouderen en mindervaliden. Dan heb je de helden die mensen van voedsel voorzien, op het land of in de supermarkten of distributiecentrums. Weer andere helden zorgen dat brieven en pakketjes bij de mensen worden bezorgt, die thuis moeten blijven. En dan zijn er de helden die zorgen dat de steden en dorpen, ondanks alles, toch schoon en netjes blijven. Of het nu op straat is of in huizen en gebouwen. Helden die de wet handhaven of voor de brandveiligheid zorgen. Andere helden zorgen ervoor dat de helden in de zorg, voedselbranche, schoonmakers, postbezorgers, politie en brandweer van huis naar hun werk kunnen en weer terug. En dan ben ik vast nog een aantal helden vergeten. Allemaal helden waar we meer dan trots op mogen zijn.

Maar zijn we dat ook? Hoe vaak laten we merken dat we trots op hen zijn? In de eerste of tweede week, toen ze hard nodig waren hebben we ze massaal bedankt, door twee minuten een lullig applausje te houden. Ik heb er expres niet aan mee gedaan. Het voelde meer als een moeten, omdat andere landen ook al eens geapplaudisseerd hadden voor hun helden, dus moest Nederland dat ook. Stel dat je voor dat we ergens niet bij horen.

Ik probeer wel zo vaak mogelijk "Dank je wel" tegen de heldinnen hier te zeggen, ik waardeer het enorm wat ze doen voor ons. En toch vind ik dat de helden iets groters mogen krijgen, iets wat echt laat zien dat ze meer dan gewaardeerd worden. Maar hoe... geen idee eigenlijk. Het had al heel leuk geweest als de lintjesregen eens over hun werd uitgestort, een koninklijke waardering voor het werk wat ze doen. Als de regering ze eens over het hoofd zag, mochten ze na deze periode willen bezuinigen. Maar hoe we, als gewone mensen, deze helden moeten bedanken, ik weet het niet. Het zal wel weer een applausje worden.....

Lieve helden van Nederland, ik ben enorm trots op jullie. Voor wat jullie hebben gedaan en nog moeten doen. Bedankt voor alle goede zorgen.

Heel veel liefs, Mario.

Volgende keer meer.....

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschuwing geen blog voor kinderen !!!

Even

Het Haga ziekenhuis