De tram

Ik weet nog dat ik als kind verliefd kon staan kijken naar die grote gele zeppelin-achtige wagens op de Meppelweg in Den Haag. Tramlijn zes, de keerlus van lijn zes ging door de bosjes langs de DES (Zichtenburg, waar later ook de tramremise kwam), zo de Meppelweg weer op. Wat de DES was wist ik niet, soms rook het er vreemd, een soort zoetig maar toch onaangename geur. In het slootje, ook aan de Meppelweg-kant, viste we wel eens met mijn vader, die liever alleen zat dan met mij erbij, omdat mijn geduld om te vissen nooit erg lang duurde. Die gele trams waren mooier, dat heerlijke geluid als ze door de bocht reden. Als kind was ook alles van mij, dus het was mijn lijn zes. En ergens in mijn hart is het nog altijd mijn lijn zes. Al zijn de gele zeppelins allang vervangen door moderne wit/blauwe wagens of wagons, met aan de voorkant en achterkant een cabine voor de bestuurder. Dus eigenlijk hebben de trams van tegenwoordig geen voor- of achterkant meer.
Op de Meppelweg reed ook bus zevenentwintig, mijn bus zevenentwintig. Wat de DES was weet ik  trouwens nog steeds niet en ergens wil ik het ook niet weten, dat houdt het verleden en het sprookje van lijn zes geheimzinnig. Omdat we op de rand van Den Haag woonden, hadden alle bus- en tramlijnen daar ook hun begin-/eindpunt. Op de Beresteinlaan stond bus vijfentwintig en op de  Melisstokelaan hadden we tramlijn acht en negen, ze gingen beide naar Scheveningen, maar namen elk een kant van het Scheveningse Bos, als kind had ik het geheugensteuntje dat lijn negen langs Madurodam ging en lijn acht niet. En op het einde van de Erasmusweg hadden we bus dertien. Bus dertien is lang een mysterie voor me geweest, geen idee waar die heen ging, ja naar Oostduin, maar ik had toen geen idee waar dat lag. Bus dertien werd pas een belangrijke bus tijdens mijn grote zoektocht naar wie en wat ik nou eigenlijk zou zijn.

Op de middelbare school, toen je iets moest worden, althans moest gaan denken wat je zou willen worden, kwam bij mij algauw ook de gedachte om buschauffeur te worden. Maar ja, toen ik achttien was dacht de cardioloog daar heel anders over. Die zou nooit toestaan dat ik ooit zelf auto zou gaan rijden, laat staan een stadsbus. Toen hadden cardiologen schijnbaar nog die macht. Dus bedacht ik, tegendraads als ik ben, dan maar trambestuurder. Wat kan er nou fout gaan op zo'n tram, die zit toch vast in z'n rails. Mocht ik om welke medische reden dan ook niet goed worden, dan zitten die mensen in mijn wagons veilig. Maar helaas, het verstand komt ook wel eens naar boven, dus ook trambestuurder zou het nooit worden. En zelfs de kinderdroom, bestuurder op een heuse monorail in een pretpark is het nooit geworden.
En toch bestuur ik af en toe een tram. Lang leve het tijdperk met YouTube !! In zowat elke tram in Den Haag hebben ze voor in de cabine een camera aan boord gehad, waardoor je hele routes van de beginhalte tot de eindhalte of andersom kunt volgen. Heerlijk !! Als ik dan zo naar het scherm kijk en mezelf in de cabine van de bestuurder waan, dan zou ik eigenlijk wel een scherm ter grote van de hele muur willen hebben. Ik zwaai naar elke collega trambestuurder, roep alle haltes in de buurten Bouwlust/Vrederust zelf om en een heleboel in Morgenstond en Moerwijk. Ik vind het echt genieten. Ik mis alleen de knopjes voor de deuren te openen of te sluiten en de bel om zelf een auto of voetganger te waarschuwen dat ik eraan kom.

Die tram blijft me fascineren. In augustus woon ik alweer tien jaar in Katwijk. En wat ik hier nog bijna dagelijks mis is die goeie ouwe tram. Laten we lijn zes, die tegenwoordig Haga Ziekenhuis Leyenburg als eindpunt heeft, gewoon weer vanaf de Uithof doortrekken naar eindpunt Zeehosplein in Katwijk. Krijgt hij op het Zeehosplein zelf zijn keerlus, elke dag sensatie hoeveel rolstoelen er klem tussen de rails staan. Dan is Katwijk echt compleet en kan ik me er echt thuis voelen.

Volgende keer weer meer.....

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschuwing geen blog voor kinderen !!!

Even

Het Haga ziekenhuis